Vlinderstruiken (Buddleia davidii) worden gekweekt vanwege hun lange pluimen van kleurrijke bloemen en hun vermogen om vlinders en nuttige insecten aan te trekken. Ze bloeien in het voorjaar en de zomer, maar de van nature aantrekkelijke vorm van de struik en het groenblijvende blad houden de struik interessant, ook als hij niet in bloei staat. Dit maakt de vlinderstruik erg aantrekkelijk voor zowel tuinen als andere locaties zoals parken of een kantoortuin. Het onderhouden van deze plant is eenvoudig, maar met de juiste verzorging krijg je een prachtig resultaat waar je het hele seizoen van geniet.
Het planten van de vlinderstruik
Door een vlinderstruik op een geschikte plek te planten, ben je minder tijd kwijt aan onderhoud. Kies een zonnig of halfschaduw rijk gebied waar de grond goed doorlatend is. Grond die constant nat is, stimuleert rotting. Geplant in goede tuingrond heeft een vlinderstruik bijna nooit mest nodig. Geef je vlinderstruik ook voldoende ruimte. De plant-tag die je altijd bij de plant vindt, vertelt je de volwassen grootte van de struik die je hebt gekozen. Een vlinderstruik snoeien kan tot een heel kort formaat om hem klein en compact te houden. Toch is het efficiënter om deze op een plaats te planten met voldoende ruimte voor de plant om zijn natuurlijke grootte en vorm te ontwikkelen. Vlinderstruiken groeien 2 tot 4 meter hoog.
De verzorging van een vlinderstruik
De verzorging van vlinderstruiken is eenvoudig. Geef de struik langzaam en diep water tijdens langdurige droge periodes, zodat de grond het water tot diep in de wortelzone opneemt De planten hebben geen bemesting nodig, tenzij ze in arme grond worden gekweekt. Bemest met een laag compost van 5 cm over de wortelzone. Bedek de wortelzone met een laag mulch van 5 tot 10 cm. Dit is vooral belangrijk in koude klimaten waar de wortels winterbescherming nodig hebben. Mulch is organisch materiaal wat de grond warm en bedekt houdt. Dit zorgt ervoor dat de wortels tijdens koude temperaturen niet bevriezen.
Aandachtspunten bij de verzorging
Problemen met vlinderstruiken zijn wortelrot en af en toe een rups. Het planten van de struik in goed doorlatende grond haalt meestal de kans op wortelrot weg. Je herkent deze rot aan vergelende bladeren en in ernstige gevallen afsterven van twijgen of stengels. Elke keer dat je een plant kweekt die vlinders aantrekt, kun je rupsen verwachten. In de meeste gevallen is de schade minimaal en zul je dicht bij de struik moeten staan om het op te merken. Het is het beste om de rupsen met rust te laten, tenzij ze grote schade toebrengen aan de struik. Wanneer dat het geval is, kun je het best werken met organische sprays om de rupsen te bestrijden. Agressief gif is niet alleen slecht voor natuur en milieu, het schaadt ook de struik en planten er omheen.